Schatgraven naar je ontwikkelidentiteit

Altijd een beetje spannend een workshop voor vakgenoten. Daarom begon ik de workshop over ‘Schatgraven naar je ontwikkelidentiteit’ voor ZKM-coaches met een urban legend oftewel een broodje-aapverhaal.
Als narratief coach gebruik ik verhalen altijd heel bewust. Mijn motto luidt niet voor niets: ‘Van verhalen leerkansen maken’.
In dit geval om een goede sfeer neer te zetten, iets van mezelf te laten zien en van mijn ontwikkelgeschiedenis. En verhalen hebben plakkracht. Dat bleek wel uit de reacties door de dag heen. Er werd regelmatig op teruggekomen. Super functioneel dus zo’n broodje-aapverhaal.

Na het verhaal vertelde ik kort waar ontwikkelidentiteit over gaat. Dat gaat over meer dan je leerstijl of je leervoorkeur. Op de vraag ‘hoe leer jij eigenlijk?’ of ‘wat weet jij van je eigen ontwikkelen?’ is de reactie vaak ‘Ik leer door te doen’ of ‘ik ben niet zo’n lezer’ of ‘ik heb wel eens een testje gemaakt, ik moet even nadenken wat daar ook alweer uitkwam’. Best raar dat we als coaches er zo weinig echt bij stil staan.

Op verkenning
Na een korte introductie van het model Ontwikkelidentiteit van Manon Ruijters gingen we in sub-groepjes in dialoog over de ontwikkelgeschiedenis van een ieder. Kernvraag daarbij was ‘Hoe heb je je tot nu toe ontwikkeld?’ Er werden tijdens een verkenning knopen ontward en geheimen ontdekt.

‘Als er geen ruimte is voor nieuwsgierigheid, maar alleen voor kennen en weten, dan is het leerplezier verdwenen’
‘Afleren bestaat niet!’
‘Lerende mensen zijn niet opgedeeld in wetenschappers en practitioners’
‘Een leven lang leren bestaat omdat leren leuk is!’

Dieper graven
Het model van Manon Ruijters kent een ik-kant en een wij-kant. Het onderliggende gedachtegoed van William James kennen de ZKM-coaches ook goed uit de ZelfkennisMethode van Hubert Hermans. Er zijn twee grondmotieven. Het eerste grondmotief staat voor het streven naar zelfhandhaving en -ontplooiing en wordt kort samengevat met de letter Z (zelf). Het tweede grond motief staat voor het streven van de verbondenheid met de ander (A). Het één kan niet zonder het ander. Deze grondmotieven kom je dus zowel tegen in de ik-kant als in de wij-kant van het model.

In de subgroepen richtten de deelnemers zich vooral op het persoonlijke domein; op het ontwikkelzelf. In de opdracht ‘Dieper graven’ deden zij ontdekkingen over welke kwaliteiten ingezet worden bij leren en ontwikkelen, wat je in beweging zet en wat juist niet en welke anderen een rol spelen bij leren en ontwikkelen.

Schatten delen
Zo kwamen de deelnemers een stukje dichterbij een antwoord op de vraag ‘wie ben jij in je manier van leren en ontwikkelen, wat is onvervreemdbaar van jou en wat geeft jou je eigen kleur’.
En dat antwoord vertaalden ze naar een een verhaaltje, een elfje over de door hun ontdekte schat. We deelden er een paar met elkaar en toen zat de tijd voor deze workshop er jammer genoeg alweer op.

Ben je benieuwd naar het broodje-aapverhaal en naar jouw ontwikkelidentiteit? Nodig mij dan gerust uit voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden bij intervisie, een ontwikkelingstraject of je eigen professionalisering m.b.t. begeleiden van leren en ontwikkelen.

Gea Koren, verhalenvanger